Als ik, enige malen per week, in de bus zit in de regio Utrecht, klinkt om de paar minuten een zachtaardige en vriendelijke vrouwenstem: "Reist u met een OV-chipcard vergeet dan niet uit te checken." Dat is in het begin begrijpelijk. Elke reiziger die overstapt op de OV-chipcard moet zich deze nieuwe gewoonte aanmeten. Maar bij de zoveelste herhaling begint het van binnen bij mij te koken. Kutwijf, hou op met dat gezeik over uit tsjekkuh! Ik begin haar te haten. Wat nou uit tsjekkuh. Inchecken is al een crime: hoor je wel een piepje? Hoeveel saldo staat er op je kaart? Ligt het systeem niet toevallig plat? Oei, twee piepjes, ik heb geen saldo meer. En ook geen losgeld of strippenkaart. De buschauffeur weigert mij vervolgens de toegang tot het voertuig.
Om maar te zwijgen over de fouten die ik maak: twee keer inchecken omdat ik dacht dat de eerste keer mislukt was. En inderdaad vergeten uit te checken wat mij vier euro kost. Dat kun je terugkrijgen. Als je het aan een aardige dame bij het loket vraagt geeft ze je het telefoonnummer. Bellen kost wel wat tijd, maar ja, uiteindelijk na lang wachten heb ik het geregeld. Weer een vriendelijke aardige dame die ik aan de lijn krijg. Ze belooft het verloren bedrag terug te storten op mijn OV chipkaart.
Als ik een maand later diezelfde informatie voor mijn man, die dezelfde fout maakte, op wil zoeken op de website is het nergens te vinden. Je moet het de klant niet te makkelijk maken om zijn geld terug te krijgen, hè. En o ja, hoe stap je eigenlijk over? Niet uit tsjekkuh, maar gewoon op de volgende bus stappen? Nee toch, weer fout. Altijd in en altijd uit tsjekkuh, wat er ook gebeurt!
Wij hebben met zijn allen niet gevraagd om deze complete administratie bij te moeten houden in ons hoofd. Misschien moet er een landelijk examen ingevoerd worden voor we definitief overstappen op de OV tsjek kaart. De kaart die zowel de overheid als ons allen een fortuin kost, en die ons per godvergeten saldo NIETS oplevert. Of toch wel: een twaalfde gebod: Gij zult in en uit tsjekkuh.
Ziezo, dit moest mij even van het hart. Dan ga ik mij nu met het elfde gebod bezighouden op deze besneeuwde zaterdagavond: Gij zult genieten.
Om maar te zwijgen over de fouten die ik maak: twee keer inchecken omdat ik dacht dat de eerste keer mislukt was. En inderdaad vergeten uit te checken wat mij vier euro kost. Dat kun je terugkrijgen. Als je het aan een aardige dame bij het loket vraagt geeft ze je het telefoonnummer. Bellen kost wel wat tijd, maar ja, uiteindelijk na lang wachten heb ik het geregeld. Weer een vriendelijke aardige dame die ik aan de lijn krijg. Ze belooft het verloren bedrag terug te storten op mijn OV chipkaart.
Als ik een maand later diezelfde informatie voor mijn man, die dezelfde fout maakte, op wil zoeken op de website is het nergens te vinden. Je moet het de klant niet te makkelijk maken om zijn geld terug te krijgen, hè. En o ja, hoe stap je eigenlijk over? Niet uit tsjekkuh, maar gewoon op de volgende bus stappen? Nee toch, weer fout. Altijd in en altijd uit tsjekkuh, wat er ook gebeurt!
Wij hebben met zijn allen niet gevraagd om deze complete administratie bij te moeten houden in ons hoofd. Misschien moet er een landelijk examen ingevoerd worden voor we definitief overstappen op de OV tsjek kaart. De kaart die zowel de overheid als ons allen een fortuin kost, en die ons per godvergeten saldo NIETS oplevert. Of toch wel: een twaalfde gebod: Gij zult in en uit tsjekkuh.
Ziezo, dit moest mij even van het hart. Dan ga ik mij nu met het elfde gebod bezighouden op deze besneeuwde zaterdagavond: Gij zult genieten.