dinsdag 5 juli 2011

Van Freya tot Fraanje

"Diverse plaatsen op de Veluwe ademen een sfeer van eeuwenoude mystiek, voor wie daar een antenne voor heeft," zo beweren Jan en Brand Overeem in 'Geloven op de Veluwe', een boek over de Veluwse spiritualiteit. Zo noemen zij een aantal plaatsen die mij bekend zijn, omdat ik er ooit weleens rondliep of doorheentrok: het Solse Gat bij Putten, waarvan ik mij goed herinner dat ik er ooit als kind naar beneden rende, een diep dal dat een restant van een verschoven gletscher uit de ijstijd zou zijn. Onder de grond van het Solse gat zou een verzonken klooster liggen, waar de monniken 's nachts nog rondwaren, volgens een Veluwse legende. Het landgoed Kernhem bij Ede is voor mijn ouders een bekende plek, de Wageningse Berg, de Goudsberg. Ik heb er vaak rondgelopen in mijn jeugd. Deze plaatsen hadden in de voorchristelijke tijd een bijzondere religieuze functie. Zo is het Vreebos bij Niersen vernoemd naar Freya de liefdesgodin. Veel oude kerken zouden op vanouds heilige offerplaatsen zijn gebouwd.

Volgens de protestantse theoloog Vreekamp zijn "Veluwenaren heidenen van huis uit, onmiskenbaar verworteld in het vroege heidendom van de Edda, de verzameling goden- en heldenliederen van de Germaanse oudheid". Zelf herinner ik mij een oud boek over Veluwse sagen en legenden vol witte wieven, spoken, aardmannen, dwaallichtjes en boomgeesten, dat ik als kind gefascineerd las.

Mijn overgrootvader Jozias Fraanje trok als Zeeuwse boerenknecht naar Barneveld om zich daar te ontwikkelen tot een lokaal beroemde dominee van de zogenaamd bevindelijke protestantse stroming, de zwarte kousenkerk in de volksmond. Is er een relatie tussen de bevindelijke mystiek en de voorchristelijke Germaanse spiritualiteit? Of zijn dat slechts restanten van oud bijgeloof? Mijn moeder die als kind opgroeide in Barneveld, bracht haar jeugd door op Veluwse boerderijen en zwierf door de bossen op zoek naar cantharellen. Ze geloofde heilig in kabouters. Achteraf zegt ze dat ze over een grenzeloze fantasie beschikte. Van het zwarte kousengeloof moet ze allang niets meer hebben, maar ze heeft nog steeds een groot respect voor haar fameuze grootvader.

Ook Henk Vreekamp is er niet ongevoelig voor, voor de Veluwse mystiek. Zijn boek 'De tovenaar en de dominee' begint met het beschrijven van een droom: hij bereikt Midgaard, de gaarde in het midden van onze aarde. Het begin van alle wegen naar zuid, oost, noord en west. De mens stammend van het eerste paar: Ask en Embla. Ooit werden de twee door goden gevonden als aangespoeld hout op een leeg strand. Deze goden, Odin, Hoenir en Lodus, ter plekke verschenen als een drie-eenheid, schonken de mens adem, inzicht en warmte.
Het zuiden, Muspelheim, bestaat uit helle hitte en venijnig vuur, het oosten Jötunheim is het land van de rijzige reuzen en tanige knollen. Het westen Vanaheim, Wanen, vol geduchte goden en godinnen, te land en ter zee, waar de oeroude Njord woont, met zijn verliefde zoon Freyr en zijn verleidelijke dochter Freya. In het noorden Niflheim, waar eeuwig ijs en altijddurende koude heersen. Boven en beneden de aarde bevinden zich allerlei goden en geesten. Deze negen werelden, verbonden in de Yggdrasil, de wereldboom, zijn de steunpilaar van het heilig heelal. En de boodschapper is de eekhoorn Ratatoskr.

Wat hebben deze verhalen nog met mij te maken, ik ben een 21e-eeuwer, die zich voedt met alle mogelijke inspiratiebronnen: de grote Russische schrijvers en denkers, James Joyce, filosofen als Foucault, Wittgenstein, moderne dichters als Nijhoff, Achterberg, Yeats of Rilke. De boeddhistische leer en meditatiebeoefening, barokmuziek, heavy metal of de Canto Ostinato van Simeon ten Holt. Voor mijn conditie doe ik een Chinese Qi Gong oefening, en ik zit toch wel vaak achter de computer. Toch blijft bijvoorbeeld oude kerkmuziek mij altijd ontroeren, en het hoeft niet alleen maar Bach te zijn.
Waar is de eenvoud in de veelheid aan bronnen waar wij als moderne mens onze geest aan laven? Is er een diepere bron? En hoe put ik inspiratie voor de toekomst uit het verleden? Eén ding weet ik: als ik door de zoveelste Hollandse nieuwbouwwijk loop, voel ik helemaal niets. Maar als ik met mijn ouders over de Goudse berg rij, en ik zie een bordje: midden van Nederland, dan doet mij dat veel. En als ik, tijdens een meditatieretraite in een Pools bos vlakbij Warschau, mijn Poolse vriendin Natalia ijverig de cantharellen zie klaarmaken voor de paddestoelensoep waarop ze ons wil trakteren, en ze mij vertelt hoe haar vader haar geleerd heeft eetbare paddestoelen te vinden, denk ik onwillekeurig aan mijn moeder. Dat ontroert. Ook mijn Amerikaanse vriend Bill die kosten nog moeite heeft gespaard om deze retraite te organiseren, is ontroerd. Ik weet niet waar hij aan denkt. Het is de combinatie van eenvoud, zorg, moederlijkheid en aardsheid. Zo kunnen we overal Midgaard, het midden van de aarde vinden, zelfs in onze complexe 21e eeuw.

zaterdag 23 januari 2010

Vergeet vooral uit te tsjekkuh

Als ik, enige malen per week, in de bus zit in de regio Utrecht, klinkt om de paar minuten een zachtaardige en vriendelijke vrouwenstem: "Reist u met een OV-chipcard vergeet dan niet uit te checken." Dat is in het begin begrijpelijk. Elke reiziger die overstapt op de OV-chipcard moet zich deze nieuwe gewoonte aanmeten. Maar bij de zoveelste herhaling begint het van binnen bij mij te koken. Kutwijf, hou op met dat gezeik over uit tsjekkuh! Ik begin haar te haten. Wat nou uit tsjekkuh. Inchecken is al een crime: hoor je wel een piepje? Hoeveel saldo staat er op je kaart? Ligt het systeem niet toevallig plat? Oei, twee piepjes, ik heb geen saldo meer. En ook geen losgeld of strippenkaart. De buschauffeur weigert mij vervolgens de toegang tot het voertuig.
Om maar te zwijgen over de fouten die ik maak: twee keer inchecken omdat ik dacht dat de eerste keer mislukt was. En inderdaad vergeten uit te checken wat mij vier euro kost. Dat kun je terugkrijgen. Als je het aan een aardige dame bij het loket vraagt geeft ze je het telefoonnummer. Bellen kost wel wat tijd, maar ja, uiteindelijk na lang wachten heb ik het geregeld. Weer een vriendelijke aardige dame die ik aan de lijn krijg. Ze belooft het verloren bedrag terug te storten op mijn OV chipkaart.
Als ik een maand later diezelfde informatie voor mijn man, die dezelfde fout maakte, op wil zoeken op de website is het nergens te vinden. Je moet het de klant niet te makkelijk maken om zijn geld terug te krijgen, hè. En o ja, hoe stap je eigenlijk over? Niet uit tsjekkuh, maar gewoon op de volgende bus stappen? Nee toch, weer fout. Altijd in en altijd uit tsjekkuh, wat er ook gebeurt!
Wij hebben met zijn allen niet gevraagd om deze complete administratie bij te moeten houden in ons hoofd. Misschien moet er een landelijk examen ingevoerd worden voor we definitief overstappen op de OV tsjek kaart. De kaart die zowel de overheid als ons allen een fortuin kost, en die ons per godvergeten saldo NIETS oplevert. Of toch wel: een twaalfde gebod: Gij zult in en uit tsjekkuh.
Ziezo, dit moest mij even van het hart. Dan ga ik mij nu met het elfde gebod bezighouden op deze besneeuwde zaterdagavond: Gij zult genieten.

Posted via email from Holy Fool in 2010

zondag 7 september 2008

Recept: pizza à la Machiavelli

Hoe maak je de kraakbeweging effectief een kopje kleiner? Men neme een saaie linkse politicus uit onverdachte hoek. Hij staat op het punt een boek te publiceren waarin zijn activiteiten in de jaren tachtig en de kraakbeweging worden beschreven. Zijn boek is mogelijk nog saaier dan hijzelf. Een pakkende publiciteitsstunt is dus meer dan welkom. Voor een leuk tegenbod is hij best bereid om met veel tromgeroffel uit de politiek te stappen. En voor zo’n drie à vier drukken van zijn volstrekt overbodige boekje wil hij maar al te graag de judasrol op zich nemen.
Maar als het fanfarekorps het tromgeroffel begint te overstemmen schrikt hij eventjes. Zou hij toch niet te ver zijn gegaan voor die paar herdrukjes? Om het geld was het hem immers niet te doen, hij heeft zes jaar wachtgeld in petto, waar hij nog niet eens zijn bed voor uit hoeft. Maar ja, hij wil zo vreselijk graag de Hollandse Al Gore worden, dat vraagt wat pijnlijke offers.
Zie hier het hoofdingrediënt, oftewel de pizzabodem.
Strooi hierover uit een sensatiebeluste ochtendkrant van wakker Nederland die er al jaren op wacht om uit de kast van fatsoenlijk dagblad te komen. Daarover heen komt een even kleurloze minister zonder ruggegraat die ook wel eens ergens voor getekend heeft zonder stil te staan bij de bijltjesdag twintig jaar na dato. De Brigitte Bardot alias Blondie uit de Nederlandse politiek, hoewel ik deze dames stiekum meer intelligentie toeschrijf.
Maar we zijn er nog niet, het recept behoeft nog een essentieel element om zijn ware smaak te krijgen: een geile machtsbeluste parlementariër van CDA-huize die er al vier jaar op aast om het kraken in Nederland te verbieden. Kraken is in de ogen van deze fatsoensrukker het toppunt van duivels gedrag. Die Hollandse geest, vervuld van hebzucht, onverschilligheid en het eigen morele gelijk, vindt zijn vleesgeworden verschijning volledig in dit xenofobe heerschap. Naast zo iemand lijkt JP de leukste man van Nederland.
Welnu, strooi deze explosieve mix uit over uw pizzabodem en knal pats boem! Nee, dat was niet de uitvinding van het buskruit. Uit uw oven komt de Nederlandse kraakbeweging, zwartgeblakerd en doodgestoofd. Met dank aan Machiavelli en diens boek De heerser.

maandag 25 augustus 2008

Een bijzondere fietsendief

Op zaterdag 23 augustus las ik een eigenaardig bericht in De Volkskrant. In Toronto, Canada is een wel heel bijzondere fietsendief gearresteerd. Igor Kenk liet duizenden fietsen stelen en het is iedereen een raadsel waarom. De ‘meest gehate man van Toronto’ trommelde zelfs ex-psychiatrische patiënten op die hij werk verschafte door ze onder meer fietsen te laten stelen. Zijn bedrijfje heet dan ook veelzeggend ‘De Fietsen Kliniek’. Iedereen die zijn fiets kwijt was spoedde zich naar zijn Fietsen Kliniek waar de kans groot was om je fiets weer terug te vinden. Maar helaas, op 16 juni slaagde de politie er eindelijk in om hem op heterdaad te betrappen waardoor hij gearresteerd kon worden. Zelf zei Kenk over zijn verzamelwoede, dat hij zich voorbereidde op een olieschaarste. En dat hij een beschermheer van afgedankte fietsen was.
Behalve hilarisch is dit bericht veelzeggend. Niet zozeer wat betreft de vergrijpen die Igor Kenk pleegde, als wel wat betreft de reactie van zijn omgeving waardoor hij het tot `meest gehate man van Toronto` heeft geschopt. Hoe erg is het om je fiets kwijt te raken als er iemand in je stad is die alle gestolen fietsen verzamelt, meer dan wie dan ook nodig heeft? Een dief confronteert ons met onze bezitsdrang en onze hebzucht. Ik heb het vermoeden dat dat precies is wat Igor Kenk beweegt. Door zijn absurde akties beledigt hij blijkbaar de bevolking van Toronto ongekend. Hij is een soort God van de Fietsen geworden. Niemand kan er omheen. Als ik mijn fiets nog heb is dat aan de genade van Igor te danken, en als ik hem weer eens kwijt ben, kan ik onmiddellijk bij de fietsengod aankloppen voor compensatie. Eerst boete doen natuurlijk, mijn bezitsdrang belijden, en daarna hup klim ik op mijn nieuwe tweewieler. Helaas voor mij is god nu achter de tralies opgeborgen. Dus waar moeten wij nu terecht als we onze fiets kwijt zijn? God moet onmiddellijk in vrijheid gesteld worden, dit roept om een een stevige buitenparlementaire aktie, en Wijnand Duyvendak voorop met een heggenschaar. Dan heeft hij wat mij betreft wel genoeg boete gedaan voor zijn duivelse jaren tachtig.

Alex Jansen, een filmmaker, is bijna een jaar bezig met een film over Igor Kenk. Ik kan niet wachten tot zijn film uitkomt.

donderdag 27 december 2007

Het kind in jezelf

Wie niet met het kind in zichzelf kan omgaan, zal er nooit in slagen om een authentiek contact met een kind te krijgen. Het onderwijs verkeert in een diepe crisis, en het vak van meester of juf is veranderd in de uitvoering van zoveel mogelijk regeltjes, moeten en niet mogen. Nu is er geen kind dat niet allergisch is voor moeten en niet mogen. Daar komt het als vanzelf tegen in opstand. Die opstand noem ik de opstand van de homo ludens.

De homo ludens weigert slaafs regels op te volgen want dat is zo goed voor als je later in de zogenaamd `echte wereld` terecht komt. Weten hoe je je op kantoor moet gedragen: rustig, netjes en ijverig. Veel geld verdienen voor de baas, zodat hij het goed doet voor de aandeelhouders die zo graag meer geld willen maken van hun aandelen.

Ieder weldenkend mens begint te schreeuwen bij zo´n perspectief. Er is een mooie uitdrukking voor bedacht: intensieve menshouderij. Het beeld van de kippenindustrie toegepast op het bedrijfsleven, en inmiddels via de ophokuren ook doorgedrongen tot het schoolbestaan.

De homo ludens heeft schijt aan dit alles. Omdat het in de eerste plaats om levensvreugde gaat, en dit haaks staat op het doen van mijn plichten. Leren komt voort uit de nieuwsgierigheid waarmee een kind de wereld wil ontdekken, daar zijn heen ophokuren voor nodig.

Mijn lievelingsgedicht van Martinus Nijhoff beschrijft dit gevoel op meesterlijke wijze:

Het kind en ik

Ik zou een dag uit vissen,
ik voelde mij moedeloos.
Ik maakte tussen de lissen
met de hand een wak in het kroos.

Er steeg licht op van beneden
uit de zwarte spiegelgrond.
Ik zag een tuin onbetreden
en een kind dat daar stond.

Het stond aan zijn schrijftafel
te schrijven op een lei.
Het woord onder de griffel
herkende ik, was van mij.

Maar toen heeft het geschreven,
zonder haast en zonder schroom,
al wat ik van mijn leven
nog ooit te schrijven droom.

En telkens als ik even
knikte dat ik het wist
liet hij het water beven
en het werd het uitgewist.

Kijk op donderdagavond naar de documentaire op Nederland 2 om 22:50 uur Meester Ben.